Droogte

Droogte kan op meerdere momenten voor problemen zorgen. Kies hieronder verder hoe om te gaan met droogte en tips ter preventie van problemen.

Voor/tijdens zaaien

Beregen niet kort voor zaaien, maar zorg ervoor dat er voldoende bodemvocht is op moment van zaaien. Vervolgens:

  • Zaai direct na zaaibedbereiding (dan is er nog voldoende vocht in de bovenlaag).
  • Let op zaaidiepte (lees de zaai instructies van het product).
  • Plan inzaai in de juiste periode:
    • In het vroege voorjaar zodra de bodemtemperatuur het juiste niveau heeft (zie zaai instructies).
    • Eind zomer/herfst: in deze tijd valt normaal voldoende neerslag.
    • Zaai echter niet te laat in de herfst (zie zaai instructies).

Direct na inzaai

Rol het perceel met een dichte rol, zeker bij vrij losse grond. Dit zorgt ervoor dat de bovenlaag minder uitdroogt. Voorkom te zware verdichting door het juiste gewicht van de rol te kiezen.

Beregen niet als de plantjes nog klein (< 5-6 cm) zijn. De verademing van dit gras is nog laag en er is zelden een vochttekort. Enige droogte in deze periode stimuleert zelfs de wortelgroei.

Beregening betekent: beginnen = volhouden. Zodra begonnen is te beregen na inzaai moet hiermee door gegaan worden tot de droogte voorbij is. De wortels zijn dan actief in de bovenste laag en zullen geen vocht dieper weg kunnen halen.

Tijdens het groeiseizoen

Droogte heeft een enorme impact op grasproductie. Beginnende droogtestress kan herkend worden aan licht geel kleurende planten. Ook neemt de grashoogte toe. Controleer het bodemvocht. Als de grond op 30 cm diepte droog is, moet gestart worden met beregenen. Beregening betekent: beginnen = volhouden, tot de droogte voorbij is! Als tijdens droogte drijfmest toegepast wordt, meng extra water bij de mest om te zorgen dat alle nutriënten goed inwerken.

Droogte tijdens beweiden:

  • Om tekorten in de toekomst te voorkomen, weid eerder om.
  • Laat de koeien niet lager dan 6 cm grashoogte afgrazen.
  • Begin met meer bijvoeren op stal om tekorten te voorkomen.
  • Maak een beweidings- en voerplan om droogteperiodes door te komen.
terug